les 3 : Werkprocessen.
Tijdens de derde les beeldende vorming kregen we een stuk theorie van Zwiers.
Drie soorten processen:
1) het traditioneel ambachtelijke proces (het reproduceren van beelden, techniek, voorbeeld kopiëren)
2) het ontwerp proces ( werkt met concepten en ideeën die dmv schetsen tot een oplossing van het beeldend probleem komen)
3) het experimentele proces(er is nog niets omlijnd. Je gaat direct starten met het materiaal en je gaat ontdekken wat je ermee kan. Bijvoorbeeld een live performance.)
Hierna kregen we zelf een les beeldende vorming volgens het lesfasen model.
Het onderwerp : "Levend Speelgoed."
Receptieve fase:
Het onderwerp sluit aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Wij dus.
We kregen filmpjes en foto's te zien over het onderwerp "cars" waardoor we geïnteresseerd raakten in het onderwerp en een beter idee kregen wat de bedoeling was van de opdracht. Tot slot stelde de docent vragen over hoe de bewegingssuggestie duidelijk werd gemaakt in het filmpje en de foto's. (beeldbeschouwing)
Waardoor kwam het beeldaspect snelheid naar voren?
Gladde auto's, glanzend, stroomlijn, spoilers, schuine lijnen, lage camera stand enz.
Productieve fase:
Boetseer in twee tallen uit klei een racemonster waarbij de onderdelen los van elkaar kunnen bewegen. Belangrijk:
beeldaspect: monster!(scherpe kanten, kleur grijs)
technisch aspect: onderdelen moeten kunnen bewegen.
Lastig als de één volgens het ontwerp proces wil werken en de ander meer een type is voor het experimentele proces....;)
Reflectieve fase:
Aan het eind van de les bekeken we elkaars producten en beschreven we de aspecten waardoor een product echt een monster leek en wat er aan het product kon bewegen.
Tussendoor werden we door de docent begeleid om de juiste keuzes te maken. Het werd niet "voorgekauwd" maar we werden gestuurd/begeleid om een keuze te maken tot "het oplossen van het beeldend probleem".
Aan de hand van een beoordelingsmatrix, rubrix, zou je het product kunnen beoordelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten